‘Niks mis met groots dromen’

‘Ik droom heel saai, over alledaagse dingen. Dat ik een boekenkast aan het sorteren ben bijvoorbeeld. Als adolescent had ik wel heel heftige dromen. Ik ben een van die kunstenaars met psychische problemen... tsja, dat is ook weer zo’n woord. In tijden van depressie had ik gewelddadige, neerslachtige dromen. Ik sliep sowieso maar een paar uur per nacht. Nu ik medicatie heb, slaap ik als een roos.
Ik gebruik mijn dromen nooit letterlijk voor mijn werk. Maar ik probeer wel, als ik echt goed wil schrijven, zo snel mogelijk nadat ik wakker ben achter mijn computer te gaan zitten. Ik hou van de vage verbintenissen in dromen. Je droomt over mensen die niet bij elkaar kunnen zijn omdat ze elkaar helemaal niet kennen. Aan de ene kant slaat het nergens op, aan de andere kant is het volkomen logisch. Dat surrealistische gebruik ik wel.
Het was altijd mijn droom om schrijver te worden - hoewel ik ook nog heel even heb overwogen om componist te worden - maar ik durfde dat niet altijd te zeggen. Mijn beeld van een schrijver was iemand die voor 90 procent dingen aan het verzinnen is. Maar de waarheid is dat niet alles met verzinnen te maken heeft. De eerste vijf pagina’s schrijven is geweldig. Ik heb een soort raar idee, ik weet nog niet goed wat het is, ik begin gewoon. Dan komen nog zo’n 175 pagina's die ik moet volschrijven. Als ik ga herschrijven, gaat mijn fantasie pas echt werken. Dan wisselt er van alles: er komen nieuwe personages bij, er verdwijnen verhaallijnen. Structuur is voor mij heel belangrijk.
Vanaf woensdag zit ik twee weken te werken aan mijn nieuwe boek op het Centraal Station in Amsterdam. In een winkelpand dichtbij de pont. Voorbijgangers kunnen op een beamer zien wat ik schrijf. Eng, want ik geef zo de controle uit handen. Er zullen zinnen te lezen zijn die niet in het boek terechtkomen. Zo kun je zien hoe een schrijver werkt, het vakmanschap. Mensen hebben vaak een veel te romantisch idee, terwijl het gewoon zwoegen is. Het is niet zo dat er een idee komt en dat schrijf je in één ruk op. Je bent vijf jaar aan het verbeteren. En dat is oké, want daardoor staat de beste versie van jouw idee uiteindelijk in het boek.
Volgens mij is het doel van een kunstenaar dat je bewaard blijft, dat je iets maakt voor de eeuwigheid. Als je het dan toch over dromen hebt... In ons land is het niet zo populair om te zeggen, maar er is niks mis met groots dromen. Op deze foto wilde ik ook iets uitzonderlijks en provocatiefs doen.
Ik wil, in navolging van Dante, een ‘goddelijke komedie’ schrijven in drie delen. Maar mijn echte droom is om 24 boeken schrijven die onderling op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn. Ook los te lezen, maar alles grijpt in elkaar. Over hoe het is om mens te zijn, nu.’
Luuk Imhann (1986) is schrijver van de roman Paradijs (Querido, 2016) en schrijft toneelstukken voor toneelgroep NOX, waar hij ook artistiek directeur van is.
Rinske Wels